Stadsarchief
Archeologie
Monumenten

In 2018 hebben archeologen in het stationsgebied van Delft onderzoek gedaan op de Houttuinen. De vondsten zijn schoongemaakt en onderzocht. Nu kun je de restanten zien van een zakenlunch uit de 17e eeuw.

In 1614 richtte het gemeentebestuur het terrein in. Ze noemden het de Houttuinnen. Houthandelaren huurden de percelen. Hier werd in de 17e en 18e eeuw hout verhandeld, opgeslagen en bewerkt. Hout was een belangrijk bouwmateriaal voor de bouw van huizen en schepen. Er werd hard gewerkt in de vele schuren, loodsen en woningen daar. Bij het archeologisch onderzoek zijn de funderingen gevonden van de verschillende gebouwen op de percelen. Bij één van de gebouwen lag een beerput met daarin talloze scherven van tafelgerei van aardewerk en glas en heel veel visgraten.

zakenlunch 17e eeuw put

De opgraving op de Houttuinen bij het station van Delft

De aardewerkscherven dateren van rond het jaar 1695. De scherven zijn weer tot hele potten gerestaureerd. Nu kunnen we zien wat er toen op tafel stond.

zakenlunch 17e eeuw stilleven

Aardewerk en glas uit de beerput

Er waren fraaie kannen van steengoed en Delfts blauw aardewerk. Op een van de kannen is net de kroon van koning Willem III te zien. De kannen werden ongetwijfeld gebruikt voor het vullen van verschillende mooi versierde glazen voor bier en wijn, die helaas niet gerestaureerd konden worden. Ook vonden we fraaie Delftsblauwe borden met spreuken over gezinsidealen en kennis van de Franse taal. Dat zie je op het bord met de tekst ‘bon is goet’ (‘bon betekent goed’).

zakenlunch 17e eeuw bord

Een bord met de spreuk ‘bon is goet’

Behalve gedronken en gegeten werd er ook stevig gerookt. Zo zijn er meerdere pijpenkoppen gevonden en drie bakjes van rood aardewerk die gebruikt werden als een soort asbak. In deze bakjes lagen ook gloeiende kooltjes om de pijpen mee aan te steken. De vele drank en tabak wijst op een gezelschap van voornamelijk heren. Ook de twee parfumflesjes die zijn gevonden in de beerput kunnen goed van welriekende heren zijn geweest!

Wat opvalt is dat er in de beerput met name luxe tafelaardewerk aanwezig was. Er zijn geen scherven van keukenaardewerk en keukenafval gevonden. Hieruit blijkt dat er ter plekke niet werd gekookt. Wel zijn er heel veel vissengraten. De maaltijden bestonden uit brood met haring, gerookte schol en gerookte kabeljauw, die kant en klaar konden worden gekocht. Er werd ter plekke koud gegeten. Maar wel op een luxe servies, met veel drank, rookwaar en aandacht voor de persoonlijke verzorging van de aanwezigen. Het lijkt erop dat de gebruiker van dit perceel indruk wilde maken op zijn gasten. Wellicht werden hier tijdens een lunch door de houthandelaren belangrijke zakelijke transacties beklonken. Hebben we hier de restanten gevonden van een zakenlunch uit de 17e eeuw? Wij denken van wel.