Stadsarchief
Archeologie
Monumenten

Het ketelhuis naast de Sebastiaanbrug wachtte al jaren op een nieuwe bestemming. En die is nu gevonden, in de vorm van een duurzame werkplek en ontmoetingsplek voor de wijk. Het is tevens het eerste gasloze, geheel elektrisch rijksmonument in Delft! Erfgoed Delft adviseerde en droeg onder meer bij aan nieuwe ontwerpoplossing binnen dit mooie project van het Vakwerkhuis.

Herontwikkelingen wijk TU Noord
Het ketelhuis was een van de langst leegstaande Rijksmonumenten in de wijk TU Noord. Deze wijk - gebouwd voor de huisvesting van de toenmalige Technische Hogeschool - heeft de laatste tijd grote veranderingen ondergaan. Bijna alle voormalige TU gebouwen in de wijk zijn intussen herontwikkeld tot woningen of kantoorruimte. Onlangs heeft ook het voormalige ketelhuis een duurzame nieuwe bestemming gevonden. Het is nu al volop in gebruik. Bovendien is dit het eerste gasloze, geheel geëlektrificeerde Rijksmonument in Delft!

Kruisbestuiving van techniek & creativiteit
Vakwerkarchitecten kon het gebouw kopen nadat ze de door de DUWO (studentenhuisvester) uitgeschreven prijsvraag voor herbestemming hadden gewonnen. Het idee was om het ketelhuis te transformeren tot een duurzame werkplek en ontmoetingsplek voor de wijk. En dat is gelukt! In het gebouw zijn niet alleen Vakwerkarchitecten zelf gehuisvest, maar ook een horecagelegenheid en worden werkplekken en vergaderruimten verhuurd. In het pand is nu een enorme bedrijvigheid en kruisbestuiving van techniek en creativiteit. Nadat bekend was dat de architecten het pand konden kopen, hebben ze al snel contact gezocht met het team Monumenten van de gemeente Delft, Erfgoed Delft. De adviseurs hebben actief meegedacht over de benodigde financiering voor het herstel van het pand en de nieuwe ontwerpoplossingen. Door de jarenlange leegstand van het ketelhuis waren de restauratiekosten hoog. Via een subsidie van de Provincie en een lening van het Nationaal Restauratiefonds kon een groot deel van deze kosten toch gefinancierd worden.

Gebruiker, ontwerper én aannemer in één
Terwijl de restauratie nog moest beginnen, was Vakwerkarchitecten al naar het ketelhuis verhuisd. Vanaf de eerste dag waren zij gebruikers, ontwerpers en aannemer in een. Dat gaf de mogelijkheid om werkenderwijs de beste oplossingen te verzinnen. Dit wil niet zeggen dat er niet vooraf grondig is nagedacht over het nieuwe ontwerp. Vanaf de eerste schets was het de bedoeling om een duurzaam monument te maken met behoud van het bijzondere industriële karakter. Het gebouw is namelijk een van de oudste ketelhuizen van Delft. Nu, twee jaar later, is de verbouwing voor 95% af. De zonnepanelen op het dak liggen er nog niet maar de horeca draait en de ruimten zijn te huur. Dat er in dit monument geen fossiele brandstof nodig is voor de verwarming ervan, is bijzonder.

Koploper in energietransitie
“Toen Vakwerkarchitecten het pand overnamen moest de vloer in elk geval vernieuwd worden”, aldus Architect Rikkert van Bellen. “Dit gaf meteen een mogelijkheid om in de vloer ook een koude- warmtesysteem aan te brengen, een vloer verwarming én koeling ineen. Daarnaast zijn er voor de na-verwarming van de lucht van het ventilatiesysteem vijf kleine luchtbehandelingskasten aangebracht, in elke gebouw-unit een. Deze zijn in het café in de vaste banken weggewerkt. Je ziet het niet, en dat is prima.” Normaal wordt een verbouwing gecombineerd met het isoleren van muren, ramen en daken. Bij de verbouwing van het ketelhuis is ervoor gekozen om naast de vloer alleen het dak te isoleren. Als de muren ook geïsoleerd zouden moeten worden, verdwijnen alle gebruikssporen uit het zicht, dat zou zonde zijn. Om de sfeer van het ketelhuis te behouden zijn de muren ‘on-gerestaureerd’ gebleven. Wel hebben de architecten de vensters kierdicht gerepareerd en monumentenglas aangebracht om de isolatiewaarde van het glas te verhogen. In plaats van gas, een fossiele brandstof, wordt het gebouw verwarmd met elektriciteit. Daarmee is het Vakwerkhuis een koploper in de energietransitie en is dit pand het eerste ‘all electric’ Rijksmonument van Delft.

Duurzaam door hergebruik
Toch is dit niet het enige duurzame aspect van het gebouw. Architect Van Bellen legt uit dat het ontwerp ook op andere manieren bijdraagt aan de duurzaamheid. Ten eerste heeft het nieuwe gebruik van het gebouw een belangrijke functie voor de wijk. Door samenwerking met bedrijven in de wijk en door een ontmoetingsruimte te creëren, wordt het stedelijke netwerk in de wijk versterkt. Het hergebruik van een uniek monument zoals het ketelhuis creëert een unieke plek in de wijk met een bijzondere sfeer. De nieuwe toevoeging, de houten opbouw naast de Sebastiaansbrug, vergroot de gebruiksmogelijkheden van het pand. Bovendien maakt deze het gebouw beter zichtbaar en verbetert daardoor de aansluiting op de omgeving, direct naast de oprit naar de Sebastiaansbrug. Het hergebruik van een gebouw en de materialen in het gebouw is ook belangrijk voor het verminderen van bouwafval en sloopmateriaal. Ook in het gebouw is hergebruik consequent toegepast. De oorspronkelijke balken van de vernieuwde vloer zijn nu gebruikt om de nieuwe glazen overkapping bij de entree te ondersteunen.

Contrast industriële sporen & nieuw interieur
In het interieur zijn nieuwe openingen gemaakt in de grote massieve muren van het ketelhuis. Deze openingen zijn zo gekozen dat er interessante doorkijkjes door het pand ontstaan. De grootste ruimtes in het pand zijn ingevuld met zelf ontworpen houten meubels. Deze houten objecten staan los van het industriële monument, vrij in de ruimte. Het contrast tussen de onafgewerkte muren, de littekens van gesloopte tussenmuurtjes en nieuwe zaagsneden en het nieuwe interieur is groot. Het industriële sporen uit het verleden vormen een rauwe achtergrond voor de groene planten en de zacht afgeronde houten meubels in het interieur. Sommige bezoekers snappen dat onafgewerkte ook niet helemaal, die denken dat de verbouwing nog niet af is. Maar als Rikkert van Bellen ze over de geschiedenis van het gebouw vertelt, dan vinden bezoekers die ruwe littekens juist wel weer bijzonder. Het kolenhok naast het ketelhuis, werd later tot twee garages in verbouwd. Nu is dit een keurige kantoorruimte geworden. Toch herinneren de bouwsporen in de ruimte nog aan de ‘kolenhoktijd’.

Uniek rijksmonument voor iedereen toegankelijk
Het voormalige ketelhuis heet nu Vakwerkhuis. Het is een uniek rijksmonument dat nu dankzij de openbare horeca voor iedereen toegankelijk is. Rikkert van Bellen over de creatieve nieuwe ontwerpideeën: “De synergie van oud en nieuw en de samenwerking met de omgeving zijn van grote toegevoegde waarde in de stedelijke ontwikkeling van het TU-Noordgebied.” Als je precies wilt weten wat hij daarmee bedoelt, dan kun je het beste zelf gaan kijken. Want wie op ontdekkingstocht in Delft wil, mag zich door een paar bouwhekken en omleidingen niet af laten schrikken: het Vakwerkhuis is een plek in Delft die je gezien moet hebben.

Met dank aan Rikkert van Bellen, architect Vakwerkhuis & Ilse Rijneveld, adviseur monumenten Erfgoed Delft.