Stadsarchief
Archeologie
Monumenten

Meer duidelijkheid voor archieven! De uitspraak van het Haagsche Gerechtshof van 19 mei 2020 in een zaak tegen Erfgoed Leiden geeft archieven meer duidelijkheid. Annika Hendriksen, collectiebeheerder & conservator beeld en geluid van Erfgoed Delft, legt uit wat er speelde en of er eigenlijk wel iets is veranderd.

Waarvoor was Erfgoed Leiden aangeklaagd?
Erfgoed Leiden toonde op de beeldbank afbeeldingen van prentbriefkaarten met daarop topografische foto’s en kreeg daarop een claim in 2016 van de heer Voet. Deze toonde - tijdens de eerste rechtszaak- aan dat de foto’s op de prentbriefkaarten gemaakt waren door de fotograaf Roovers (1912-2000). De heer Voet had in 1982 een grote collectie foto’s van Roovers overgenomen inclusief de rechten en vertegenwoordigt zodoende de rechten over een aanzienlijk deel van Roovers’ werk. De naam van de fotograaf stond echter niet vermeld op de prentbriefkaarten die Leiden publiceerde, dus het ging om anonieme publicaties, door een -al dan niet vermelde- uitgever. Uitgaande van de Auteurswet zouden deze werken dan 70 jaar na publicatiedatum (en niet pas 70 jaar na het overlijden van de vervaardiger/fotograaf) vrij zijn van rechten. In de rechtszaak betoogde Voet onder meer dat de eerste publicatie echter niet de prentbriefkaart betrof, maar het tonen van de contactvellen (zijn portfolio eigenlijk) door Roovers aan de uitgeverij. Ook vond Voet dat Erfgoed Leiden nalatig was geweest in het onderzoek naar de rechthebbende, maar kreeg hierin geen gelijk. Zoeken naar een onbekende (anonieme) maker is dan ook bijzonder lastig: het hof stelde dat in casu onderzoek inderdaad onmogelijk was.

Wat is de uitspraak?
De publicatie van de afbeeldingen van déze meer dan 70 jaar geleden anoniem gepubliceerde prentbriefkaarten is toegestaan op grond van artikel 38 van de Auteurswet.

Verwachtte je deze uitkomst?
Op zich verwachtte ik dit wel, want volgens de Nederlandse Auteurswet geldt dat voor werken die openbaar gemaakt worden zonder naamsvermelding van de natuurlijk persoon, de auteursrechten verlopen 70 jaar na eerste publicatie. Daarnaast zou het vreemde gevolgen hebben als met dhr. Voet was meegegaan in zijn betoog dat het tónen van iemands portfolio al als eerste publicatie zou gelden. Het arrest bevat wel interessante details voor juristen intellectueel eigendom en voor erfgoedinstellingen.

Het mogen publiceren geldt dus niet voor álle anonieme foto’s die ouder dan 70 jaar zijn?
Nee helaas, het gaat specifiek om gepubliceerde  foto’s waarbij de vervaardiger als natuurlijk persoon niet vermeld is, dus voor onze collectie met name om prentbriefkaarten of ander drukwerk dat meer dan 70 jaar geleden is uitgegeven zonder vermelding van de maker.

Wat is er nu dan eigenlijk veranderd?
Niet veel, behalve dat we nu zeker weten dat we deze bepaling uit de Auteurswet ook inderdaad veilig kunnen toepassen op een deel van onze oude prentbriefkaartencollectie, zoals we al beoogden. Dat was hangende het hoger beroep nog onduidelijk, voor alle archieven. Daarnaast is de uitspraak over een eventuele vergoeding voor nog wel beschermd materiaal ook interessant: het totale bedrag voor publicatie van de kaarten waarop de rechten tijdens de eerste rechtszaak in 2016 (te weten prentbriefkaarten uit 1947 en later) nog niet verstreken waren, kwam op €60 voor 14 foto’s. Geen commerciële tarieven dus, althans in dít geval. Het hele proces toont echter wel aan dat je per object moet achterhalen én vastleggen wat de publicatiedatum is en wie er wel of niet op het object vermeld staan, voor er een uitspraak mogelijk is over het online kunnen plaatsen van delen van je collectie. Daar werken we hard aan in het archief.

Prentbriefkaart DELFT Panorama Uitgegeven door Dr. Trenkler Co. 1894 Eigendom Verworven in 1943

Prentbriefkaart ‘DELFT Panorama’ – Uitgegeven door Dr. Trenkler Co., 1894 – Eigendom Verworven in 1943